Opdrachten

Opdracht 1: Vruchtbare onderbroeken

Een onderbroek is het enige wat je nodig hebt om te testen of je tuingrond gezond is. Voorwaarde is wel dat de onderbroek van 100 procent katoen is. Deze begraaf je en laat je gedurende twee maanden onder de grond. Na deze twee maanden kan de onderbroek worden opgegraven. Hoe meer de onderbroek ontbonden is, hoe gezonder de bodem.

Wat heb je nodig?

Een witte 100 procent katoenen onderbroek
Een schep(je)
Een stok of vlag om het punt te markeren

Kies een stuk grond uit waarvan je de bodemgezondheid wilt weten. Als deze plek bekend is kan je beginnen met graven. Zorg ervoor dat de onderbroek ongeveer 5 cm onder de grond komt te liggen. Nadat de grond erop ligt, kan je de plek markeren met bijvoorbeeld een stok of een vlag. Zo weet je precies waar jouw onderbroek begraven ligt. Na twee maanden kan de onderbroek opgegraven worden. Vergelijk deze onderbroeken met elkaar om te kijken hoe de bodems van elkaar verschillen. Een verteerde onderbroek laat zien dat het bodemleven actief is. Als de onderbroek bijna nog te dragen is, is de grond zwaar vervuild. Bij een niet ontbonden onderbroek kan je ervoor kiezen om compost, mest of meststof toe te voegen aan de bodem. Hiermee zal je de bodem verbeteren.

Opdracht 2: Wormgaten

Wat heb je nodig?

Grote glazen pot met een wijde opening
Blikje
Grind of kiezelsteentjes
Pot- of tuinaarde
5 of 6 regenwormen (uit een tuin of bij een dierenwinkel of tuincentrum)
Zwart hobbypapier

Wat moet je doen?

Zet het blikje in het midden van een glazen pot. Doe een laagje grind van 1 cm hoog in de pot, tussen het blikje en de glazen wand. Strooi hier een laag aarde op tot aan de rand van het blikje. Leg de regenwormen op de aarde. Wikkel het zwarte papier om de pot, zodat de wormen geen last hebben van het licht

Tip

Controleer af en toe of de aarde nog vochtig genoeg is en doe er wat water bij als het nodig is.

Wat gebeurt er?

De wormen gaan gaten graven in de aarde. Al na een paar dagen hebben ze een hele reeks tunnels gemaakt. Die kun je zien als je het zwarte papier voorzichtig weghaalt. (plak het daarna weer vast, zodat de wormen in het donker aan het werk kunnen blijven). Je kunt het gedrag van de wormen drie tot vier weken observeren zonder dat het schadelijk voor ze is, maar daarna moet je ze buiten loslaten.

Waarom?

Regenwormen voeden zich met aarde. Ze eten zich er een weg doorheen en maken daarbij tunnels. Via deze tunnels komt er lucht in de bodem en daarmee zuurstof wat noodzakelijk is voor planten om te kunnen groeien. Verder eten wormen ook organisch materiaal, hiermee wordt het voorwerk voor reducenten gedaan. Wormen breken organisch materiaal af, zodat het makkelijker is voor reducenten om het om te zetten naar anorganisch materiaal. Zonder regenwormen zouden veel plantensoorten niet kunnen overleven. Boeren en tuiniers beschouwen regenwormen als hun beste vrienden.